Terug naar de basis

Terug naar de basis 

Els Kikke

 

De autoriteit van een democratische wereldorde kan op niets anders worden gefundeerd dan op het opnieuw tot leven gewekte gezag van het universum. Václav Havel

 

Gedreven door de noodzaak om te overleven gingen, miljoenen jaren geleden, onze voorouders, de eencellige bacteriën, op in meercellige organismen. Hiermee schiepen ze veiligheid en bestaanszekerheid en bewezen hoe overleven en leven een vreedzame aangelegenheid kan zijn.

Toen onze matriarchale culturen, waar dit principe ook gold, het veld moesten ruimen voor de patriarchale culturen die hun bestaan zeker stelden door elkaar te bevechten werd overleven het Leitmotiv. Authentiek natuurlijk gezag dat zich uitdrukt in efficiënte daad- en vormkracht moest het veld ruimen voor macht, controle en overrompelend leiderschap. De weerspiegeling hiervan vinden we terug in het verdwijnen van androgyne godheden ten faveure van mannelijke goden en van uiteindelijk één mannelijke god.


Projecties op het goddelijke

Rond 1500 tot 500 v. chr. worden overal in de wereld androgyne godheden aanbeden. Er is bijvoorbeeld een beeldje gevonden van de Indiase god Shiva met links vrouwelijke en rechts mannelijke fysieke kenmerken. Het Hebreeuwse scheppingsverhaal, voortkomend uit het Babylonische scheppingsverhaal, begint met ‘elohim’ een vrouwelijk woord waar het Aramese woord ‘el’ ook wel ‘al’. dat ‘adem’, ‘leven’, ‘liefde’ en het ‘goddelijke’ betekent, vanaf is geleid. Elohim is later een mannelijk meervoud geworden dat ‘godin zowel als ‘god’ betekent. ‘Elohim’ blijft als schepper bestaan naast de nieuwe aanwinst, de mannelijke god ‘Jaweh’ die de uit het noorden komende veroveraars meebrachten


Eerst wordt het licht door Elohim geschapen

dat daarmee van de duisternis wordt gescheiden.

Daarna de lucht, waardoor die van de wateren wordt gescheiden.

Uit het water worden land en de zaaddragende planten geschapen.

Op de vierde dag worden de sterren, de zon en de maan geschapen

die over dag en nacht zullen heersen.

Op de vijfde dag de vissen en de vogels,

gevolgd door het vee, de reptielen, de wilde dieren

en de mensen.

De zevende dag is een rustdag.

De eerste mens wordt geschapen naar het evenbeeld van Elohim,

zowel mannelijk als vrouwelijk.

Deze eerste mens heet Adam-Kadmon.

Hij wordt opgedeeld in Adam en Eva.

 

Het Christelijke scheppingsverhaal in het Oude Testament komt ermee overeen. Het ademt androgynie, in de pluralis majestatis. De schepping wordt als een wezen beschreven, man en vrouw genaamd. waarin god zich uitdrukt.


‘En God zeide:

Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis,

 opdat zij heersen over de vissen der zee

 en over het gevogelte des hemels

 en over het vee,

 en over de gehele aarde

 en over al het kruipend gedierte.

 En naar zijn beeld schiep hij hem;

 man en vrouw schiep hij hen’

 

In Genesis 2 wordt Adam geschapen en Eva uit zijn rib. Ook al is Adam een man was hij toch, voor hij zich de rib uit zijn lijf trok, één met Eva.

Uit de Nag Hammadi geschriften die onlangs zijn gevonden, blijkt dat de Aramees sprekende Joodse leraar Jezus de gelijkwaardigheid van man en vrouw predikte en god zag als mannelijk zowel als vrouwelijk, dus ook androgyn. Zijn vrouw, en tevens een van zijn wijste discipelen, blijkt de door Petrus verguisde en in de kerk voor hoer uitgemaakte Maria Magdalena te zijn. In het Thomasevangelie beantwoordt Jezus de vraag die hem door een van de apostelen wordt gesteld over hoe zij het Koninkrijk Gods zullen betreden met:


 ‘Als ge van twee ėėn zult maken

 en het binnenste als het buitenste 

 en het buitenste als het binnenste

 en het bovenste als het onderste

 om het mannelijke en het vrouwelijke

 tot ėėn te maken

 opdat het mannelijke niet mannelijk blijve

 en het vrouwelijke niet vrouwelijk

 ..........

 dan zult gij het Rijk binnengaan

 

 Het rijk, het is het binnenste van u

 Wanneer gij uzelf zult kennen

 Dan zult gij gekend zijn......

 

In een historisch christelijk document beschrijft een van de vroege kerkvaders, Clemens van Alexandrië, in het jaar 190 na chr., god als zowel mannelijk als vrouwelijk, en mannen en vrouwen als even volmaakt. Gnostische christenen (gnosis betekent god in onszelf ervaren) beschouwen god en de mensheid als mannelijk zowel als vrouwelijk. Het christelijke scheppingsverhaal wordt later zo bijgesteld dat de androgynie eruit verdwijnt.


De Islam ontstaat in 610 na chr. in Saoudi Arabië. Allah was een androgyne godheid. Het woord stamt van het Hebreeuwse elohim. En elohim stamt van het Aramese ‘al’ of ‘el’. Wanneer Mohammed het visioen krijgt waaruit de Islam voortkomt, bestaat het christendom al zes eeuwen en is de ongelijkwaardigheid van man en vrouw een feit geworden. De koran nu moet tegenwicht bieden aan deze uitwassen van het christendom. De oorspronkelijke versie van de koran biedt dit tegenwicht. Maar Islamitische religieuze en Christelijke religieuze leiders blijken nauwelijks van elkaar te verschillen daarin. Dus ondergaat de koran het zelfde lot als de bijbel. De oorspronkelijke versie wordt zodanig bijgesteld dat hij past in het denkkader van de heersende klasse. De in Spanje geboren Islamitische filosoof Averroesageert fel tegen deze vrouwonvriendelijkheid. Dit stuit onmiddellijk op verzet. In deze vrouwonvriendelijke vorm is de Islam de oudste globaliserende macht die zich voor de kerstening en de kolonialisaties over de wereld verspreidde.


In het Griekse scheppingsverhaal schenkt de godin van de aarde, Gaia, onbevlekt, het leven aan Ouranos, de hemel. Zij komt voort uit Chaos (=opening). Echter een van de nazaten, ‘Zeus’ genaamd, neemt al gauw de macht in handen en vreet zijn vrouw Metys (wijsheid) op en baart uit zijn hoofd een intellectuele dochter, Pallas Athene. De in de zesde eeuw v.chr. opkomende wetenschappen en filosofie waar onder anderen Socrates en Plato, en de natuurfilosofie in Zuid-Italië hun aandeel in hebben, zijn vrouw- en godinvriendelijker. Vrouwen hebben in Griekenland en in het Romeinse Rijk rechten, politieke invloed en nemen belangrijke posities in. Die van priesteres, is er één van. Aristoteles noemt de schepper: ‘de onbewogen beweger’ maar keert zich evenals Socrates en de apostelen Petrus en Paulus tegen vrouwen. Ondertussen heeft het aanzien van de androgyne Egyptische godin Isis zich over een groot gebied verbreid. Zij beschikt over zowel mannelijke als vrouwelijke krachten en heeft alszodanig macht over de materie waaruit alles ontstaat: licht en donker, vuur en water, leven en dood, begin en eind. Zij staat symbool voor de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw maar wordt weer verdreven door de uit Perzië overgekomen god Mithras.


India maakt een dergelijke ontwikkeling door. Hinduïsme is een verzamelnaam voor religieuze en culturele tradities. Het woord is afgeleid van Indus, een rivier. De oorspronkelijke meer androgyne Dravidiaanse godsdienst is overwoekerd door de sterk patriarchale Indo-Europese Aryaanse leefwijze en godsdienst, die nu nog in India veel in de melk te brokkelen heeft. Het kastenstelsel met de vele privileges van de hoogste priester- en lerarenkaste de Brahmanen hoort bij deze traditie. Eén van de privileges is dat iedere vrouw, van welke leeftijd ook, waar dan ook, bereid moet zijn tot seksuele gemeenschap met een Brahmaan. Dat zou haar algehele heil verhogen. De weduweverbranding die nu verboden is, was ook een Aryaans ritueel. Er zijn nog zo’n zeven andere religieuze groeperingen in India, waaronder de Buddhisten, de Sikhs, de Shakta’s en de Tantrika’s.


India was voor de Aryaanse invasie overdekt met yogini tempels. Ze hadden de vorm van de vagina, rond en open naar de hemel. In de muren waren alkoven met godinnenbeeldjes en enkele goden met erecties. De grootste vondst is een beeldje van een man die met gekruiste benen en geheven lid, kijkt naar een naakte dansende vrouw. De godinnen zoals de nog steeds aanbeden Saraswati en Kali-Durga, waren onafhankelijk van de goden. In de uit het noorden van India komendeTantra traditie staan de godin, de vrouw, god, de man als volkomen gelijkwaardig, in de erotische goddelijke verbinding centraal. Het wordt zoveel als maar mogelijk is vervloekt en zwart gemaakt door de Aryaanse traditie. De speciale plek die erotiek met de eigen sekse heeft, wordt door de Aryaanse fundamentalisten als pervers en verdervelijk gezien.


In China worden aarde en leven beschouwd als een onverbrekelijke eenheid die noch een begin noch een einde heeft. Het vermogen tot voortplanting wordt gezien als spontaniteit van de tweeledige krachten in de natuur: yin en yang, die voor het vrouwelijke en het mannelijke staan. Een man heeft zowel het vrouwelijke in zich als een vrouw het mannelijke. Vanuit de oneindige cyclische interactie tussen het mannelijke en het vrouwelijke ontstaan de elementen: water en vuur, hout en metaal. Deze elementen verenigen zich in de aarde. Er wandelen door dit kosmisch model vrouwelijke en mannelijke godheden heen die sterk verweven zijn met het gewone leven. Het scheppende wordt daarbij vooral door het vrouwelijke vertegenwoordigd en het bestuurlijke en de macht door het mannelijke. De vertegenwoordigers worden soms voorgesteld als half slang, half mens maar het zijn ook vaak keizers. Evenals in het middenoosten en in Europa zijn er onder invloed van binnenvallende volken uit het noorden, andere godheden in de Chinese cultuur terecht gekomen.


Natuurvolken ervaren, elk op eigen wijze, met eigen interpretaties, de onderlinge verbondenheid van alles wat bestaat. In hun optiek vormen mensen, dieren, planten, gesteenten, de zon, de maan, de sterren en alle natuurverschijnselen één geheel met elkaar, in voortdurende wisselwerking. Het mannelijke en het vrouwelijke vinden daarin hun plek. Er wordt geleefd volgens collectieve waarden die deze wisselwerking dienen. In ‘La pensée sauvage’ noemt Lévi-Strauss dit ‘participation mystique’.


Met man en macht We zien vanaf de periode in de historie waarin mannen zich bewust worden van hun aandeel in de schepping door hun zaadlozing in de vrouw, ontstaat een verschuiving van gelijkwaardigheid tussen de seksen naar suprematie van mannen over vrouwen. De eerdere onduidelijkheid over het vaderschap en het verlangen om het vruchtbaarheidsmysterie van de vrouw te bemachtigen, heeft tot riten als de ‘couvade’ geleid die bij sommige volken nog plaatsvinden: wanneer de bevalling aanvangt gaat de man in het kraambed liggen te kronkelen van de pijn. Niemand kijkt naar de vrouw om. Als het kind is geboren wordt het in de armen van de man gelegd. Hij wordt gefeliciteerd. De vrouw hervat haar werkzaamheden alsof zij er niets mee te maken heeft gehad. Door veelvuldige geslachtsgemeenschap tijdens de zwangerschap denkt de man de foetus met zijn sperma te voeden en te laten groeien. Een andere rite is de inwijding van jonge mannen alsof ze opnieuw worden geboren in een mannengemeenschap. Ze worden daar gevoed met sperma van niet getrouwde mannen waartoe zij hun penis afzuigen.

 

God de vader.

In de drie tot vier duizend jaren die volgen tot en met nu, wordt de positie van de man als vader steeds meer veilig gesteld. De algehele onderwerping van vrouwen lijkt de enige manier te zijn. Het betekent een patriarchale samenleving. Het huwelijk en het gezin met de vader aan het hoofd vormt hiervan de basis. De vrouw krijgt een ondergeschikte rol toebedeeld en wordt tot eigendom van de man verklaard. De harem, de kuisheidsgordels en de besnijdenis van de vrouw zijn er een uitvloeisel van. Er wordt een stelsel van normen en waarden in het leven geroepen die deze ongelijkwaardigheid en ongelijkheid rechtvaardigt.

Bij alle volken, van oost tot west, komt god aan bod en laat de godin door de achterdeur verdwijnen. God de vader vervangt god de moeder. De besnijdenis van het mannelijk lid moet iedere gelijkenis ervan met de vagina uit de weg ruimen.

Er zijn door de hele geschiedenis heen vrouwen geweest die dit patriarchaat uitdaagden maar veel haalde het niet uit. Pas in de twintigste eeuw na chr. begint de patriarchale samenleving aan macht in te boeten. De sporen ervan zijn nu in de een en twintigste eeuw nog niet uitgewist.


De uitspraak van visionair, econoom en astroloog Peter Delahay: 'In de 20 e eeuw waren de mannen nog aan de macht. In de 21 e eeuw komen de vrouwen in hun kracht' brengt al die jaren geschiedenis terug bij waar het ooit begon en werpt een blik op de mogelijkheden door de chaos heen. Een samenspel van mannelijke en vrouwelijke krachten die in ieder mens aanwezig zijn. Een samenspel van vrouwen en mannen waardoor de angst en de reacties erop, in liefde getransformeerd worden en het leven, het goddelijke via onze ademhaling, wordt beleefd. Elohim = adem= leven = liefde= het goddelijke.



Terug naar de basis zoals Václav Havel het verwoordt: ‘de suprematie van het universum’ dat door ons heen ademt. Want houden we niet allemaal nog onze adem in, uit angst voor de dingen die komen gaan?

 

 

Share by: